"Ik geef niet om rijm. Zelden
Ziet men twee gelijke bomen naast elkaar.
Ik denk en schrijf zoals bloemen kleur hebben
Maar minder volmaakt in mijn uitdrukkingswijze
Want mij ontbreekt de goddelijke eenvoud
Van alleen mijn buitenkant te zijn.
Ik kijk en ben bewogen,
Ben bewogen zoals water stroomt wanneer de bodem helt,
En mijn poëzie is zo natuurlijk als wanneer de wind gaat waaien..."
Aan het woord is Fernando Pessoa (1888-1935), de man die Portugal in het begin van de 20e eeuw terug op de litteraire kaart zette. Vrienden van de poëzie zullen dit misschien beamen maar er dadelijk aan toevoegen dat hij niet de enige was die de Portugese literatuur nieuw leven in blies. En ze hebben gelijk: Alberto Caeiro, Alvaro de Campos en Ricardo Reis hielpen hem een handje. De échte kenners zullen hen er echter direct op wijzen dat deze drie mannen dezelfde zijn als Fernando Pessoa.
Hijzelf noemde de andere heren zijn 'heteroniemen'. Ze stonden namelijk elk voor een ander deel van zijn persoonlijkheid. Caeiro is de simple landman, die allen wil zien alsof het voor de eerste keer was. De Campos is een ingenieur en staat voor de gevoelsmens in Pessoa. Reis heeft ook gestudeert en is stoicijnse man. Tot slot is er nog Pessoa zelf. Hij schrijft volgens de traditionele Portugese lyriek, d.i. in korte rijmende strofen. Hij spreekt vooral over de onmacht van het leven.
Deze vier dichters hanteerden dus een eigen stijl, maar bovendien voorzag Pessoa hen van een eigen biografie én ze gaven onderling commentaar op elkaars gedichten.
Het is de vriend van de poëzie dan ook vergeven dat hij zich om de tuin heeft laten leiden. Maar aan die illusie is vandaag een einde gekomen.
Volgende week: Nelly Furtado
donderdag 12 februari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten